Het was de bedoeling om zo’n dag of vijf op pad te gaan, maar dat werden er slechts drie. We gingen op de bonnefooi naar Termunterzijl. Bij de jachthaven was voldoende plek en het mooiste plekje, bij het water, was nog vrij. Dus daar gingen wij staan.

We hadden ter plekke voor twee nachten geboekt. Daarna wilden we nog ergens anders naar toe. Bestemming onbekend. Vanuit Termunterzijl hebben we ’s middags flink gefietst en geocaches gezocht. Er moest ook gewerkt worden dus Teijo was ’s morgens en ’s avonds achter de laptop onder de luifel aan het thuiswerken.

De omgeving van Delfzijl is altijd mooi, fietsen over de dijk, wat wil je nog meer. Het was prachtig weer om te fietsen en op donderdag zijn we zelfs verbrand onderweg. In Delfzijl hebben we op een terras (wat heel bijzonder voelde, voor het eerst weer…) wat gegeten. Vrijdagochtend moesten we voor de middag de plek verlaten. We hadden al gezien dat het in Delfzijl bomvol was op de camperplaats. Dat was dus geen optie meer. We gingen wat brainstormen en besloten Drenthe weer in te rijden maar dan aan de andere kant dan waar wij wonen. Zo kwamen we bij het Dwingelderveld en omgeving. En daar was het toch druk, ongelooflijk. Op een groot camperpark stonden de campers deur aan deur, bij campings stond men in de rij voor de slagbomen.

Wij keken elkaar aan en zeiden: dit gaan we niet doen. Wij gaan naar huis, naar onze eigen fijne tuin. We hoeven niet zo nodig ergens met de camper heen op dit moment in deze drukte. Dus na een uurtje of anderhalf waren wij weer thuis. Ondanks dat de coronapandemie op z’n retour is hoef je het toch ook niet op te zoeken. De drukte vermijden we liever.

Voordat we weer met de camper weg kunnen zal wel augustus worden. We zien er weer naar uit!