17 september-3 oktober 2021: Naar Frankrijk
Eindelijk was het mogelijk om weer eens naar het buitenland te gaan sinds de coronapandemie om ons heen slaat. We waren al langer van plan om Frankrijk weer eens te bezoeken en nu was het dan zo ver. Gewapend met onze vaccinatiebewijzen en de QR-code van de coronapassen gingen we op pad. We vertrokken op vrijdagochtend rond een uur of tien. Onderweg hebben we onze geocaching hobby nog uitgeoefend. Aan het eind van de middag vonden we een camperplaats in Zeeland, tussen Kruiningen en Yerseke. Men heeft daar een fruitkwekerij en een mooie landwinkel er bij.
Het stond hier nog goed vol op de camperplaats. (Kijk voor de plekken waar we overnacht hebben in het menu hierboven: “Waar hebben we overnacht”).
18 september:
We gingen verder, eerst via Goes. In de camper hebben we namelijk sinds kort een dashcam en daar zit een micro sd kaartje in. Daar hoort een adapter bij en we dachten dat die nog thuis lag. Dus een nieuwe gekocht in Goes. Bij het openknippen van de verpakking (schaar gepakt) zag ik de adapter die oorspronkelijk bij het kaartje hoort, in de la liggen… Dus nu hebben we twee :-). Maar beter twee dan geen, toch? In Goes vonden we nog een mooie cache met als thema ‘Buurman & Buurman’.
We reden verder naar België en het plan was om Brugge te bekijken. De weg naar Brugge was erg druk en we zagen veel politie onderweg en wat omleidingen. Eenmaal bij de grote camperplaats onder Brugge aangekomen, stond er een Zweedse buscamper voor de slagboom. De slagboom ging niet omhoog. Er kwamen twee Franse mannen bij staan en die waren druk met handgebaren de Zweed aan het uitleggen wat hij moest doen. Maar de slagboom bleef naar beneden en de Zweed begreep er niks van. De Zweden waren van deze camperplaats afgegaan om wat boodschappen te doen en ze waren zeer verbaasd dat ze er niet meer op konden. Aangezien er een telefoonnummer op het infobord stond hebben we die maar gebeld want van de Franse mannetjes en hun gebaren begrepen we helemaal niks. De dame aan de telefoon zei: er is niets stuk aan het systeem, dat de slagboom niet omhoog gaat komt doordat de camperplaats vol is…. Tja, wij zouden zeggen: laat er dan een melding op het apparaat komen dat het vol is, wel zo duidelijk toch? De rij campers was inmiddels behoorlijk lang en iedereen moest draaien en terug de weg op, en het was er al zo druk. De camping in de buurt bleek ook vol volgens een Italiaan. Dus wij keken elkaar aan en zeiden: wegwezen hier, dan maar geen Brugge. Toen we Brugge uitreden kwamen we er achter dat juist dát weekend daar het WK wielrennen was… Vandaar…
Wij reden vlot door naar Frankrijk. In Gravelines vonden we een plekje op een camperplaats bij een jachthaven.
We zijn ’s avonds nog een rondje gaan fietsen. Gravelines is omringd door een eeuwenoude dubbele grachtengordel, steile stadsmuren en een zestal bastions. Tijdens ons fietstochtje zochten we nog een geocache. Vaak liggen deze schatten verborgen in bossen of onder struiken. Deze ook, en plotseling stonden we oog in oog met twee jonge mannen die daar met koffers en waterflessen in de struiken bivakkeerden. Ze schrokken zich rot, wij ook natuurlijk. Zij waren daar vast illegaal, aan hun uiterlijk te zien. Maar zeer vriendelijk en ze spraken goed Engels. We hebben de cache daar gelaten voor wat het was. En zeer onder de indruk van wat deze jongens misschien hebben meegemaakt zijn we verder gegaan.
Dicht bij de camperplaats was een bruggetje en daar zagen we het water naar de Noordzee stromen. We besloten om naar de pier te fietsen en zagen de zon daar bijna ondergaan. Het was een prachtig gezicht.
19 en 20 september:
Na het ontwaken en ontbijt met koffie hebben we in het dorp een sanistation gevonden. Vlak bij de gendarmerie stond het apparaat waar je schoon water kon halen en ook het chemisch toilet kon legen en reinigen. Ook afvalwater konden we hier lozen. Hierna reden we de weg langs de zogenaamde Opaalkust in de regio Hauts-de-France. Frankrijk heeft in 2016 de namen van veel regio’s veranderd doordat er regio’s zijn samengevoegd. Het was even wennen aan al die andere namen. Tijdens deze route hadden we vaak een prachtig uitzicht over zee.
We reden naar Cap Gris-Nez, een kaap aan het Nauw van Calais in Frankrijk. Deze kaap vormt de plaats van het Europees continent die het dichtst bij Groot-Brittannië ligt. De afstand tot de krijtrotsen van Dover in Engeland bedraagt er amper 33 km. Op de telefoon verschijnt soms “welkom in Groot Brittannië”. Het was op dat moment te bewolkt om de krijtrotsen te kunnen zien.
Hierna reden we door en zochten een camperplaats. Deze bleken vaak overvol en we hadden geen zin om ergens deur aan deur te komen staan. Zodoende zochten we een camping op en die vonden we in Montreuil: La Fontaine des Clercs. Het was een schaduwrijke plek tussen veel bomen, een prachtige plek. Hier zijn we twee nachten gebleven. We hebben hier ook gefietst in de omgeving. Trouwens overal waar we kwamen om te overnachten of om ergens iets te eten of te drinken werd om onze vaccinatiebewijzen gevraagd via de in Nederland zo verafschuwde QR-code. Totaal geen probleem, iedereen doet het en het is een fluitje van een cent. Wat een ophef…
21 en 22 september:
De volgende dag reden we richting de baai bij de Somme. Een prachtig natuurgebied, de grootste riviermonding van Frankrijk, bekend als rustplek voor vogels die op trek zijn.
We zochten een overnachtingsplek zo dicht mogelijk bij het natuurgebied. We wilden namelijk het Park van Marquenterre bezoeken. We kwamen op een mooie camping die ook bij de ANWB goed bekend staat: Camping Le Champ Neuf.
Hiervandaan gingen we op de fiets naar het park. Van tevoren hadden we online tickets besteld en we konden er om 12 uur terecht. De hele route door het park was 6 km, maar je kon ook 2 of 4 km lopen. Wij liepen de 6 km route en kwamen op deze manier langs 13 vogelkijkhutten/plekken. We zagen onder andere veel koereigers (hier bij een paard):
dodaars, een kleine futensoort:
kleine zilverreigers, aalscholvers en lepelaars en hoorden dat deze laatste grotendeels uit Nederland kwamen en hier in Frankrijk even gingen rusten voordat ze verder trokken naar hun overwinteringsgebied.
De volgende dag gingen we op de fiets naar de overkant van de baai aan de Somme, naar het dorp Saint-Valery-sur-Somme. Dit is een bekende toeristische trekpleister. Het bijzondere aan de 15 km. diepe en 5 km. brede baai is het verloop van eb en vloed. Wanneer het vloed wordt stijgt het water met wel 2,5 meter per minuut! Je ziet het heel snel stijgen, heel apart om te zien. En andersom zie je het ook heel snel eb worden. We hebben deze dag 52 kilometer gefietst. Het was prachtig weer.
23 september:
Ons doel van deze vakantie was eigenlijk Normandië en Bretagne, maar het noordelijk deel van Frankrijk langs de kust was zo mooi dat we niet echt opschoten. En wat maakt het ook uit, we hadden immers vakantie! Maar deze dag kwamen we na een rit van zo’n 200 km dan eindelijk in Normandië aan. We kwamen over de bekende brug Pont de Normandië.
Wij zijn niet van de drukke toeristische plekken en daarom zijn we niet naar Le Havre of Honfleur gegaan. Wij zijn lid van France Passion, een soort kamperen bij de boer, en zodoende hebben we vlak bij de Seine overnacht bij een klein restaurantje waarvan de eigenaar ook was aangesloten bij France Passion. Je moet wel volledig vrij kunnen staan want er zijn bijna nooit voorzieningen op dit soort plekken. Je hoeft niet voor de overnachting te betalen, maar het is wel zo netjes om belangstelling te tonen voor hetgeen de ‘boer’ of het bedrijf te bieden heeft. Daarom hebben wij bij dit restaurantje ’s avonds gegeten. Maar eerst zijn we nog een flink stuk langs de Seine gaan fietsen.
24 september:
Na een rustige nacht trokken we weer verder langs de kust. Onderweg hadden we even contact met onze buren die ook met hun camper op pad waren in Frankrijk. Het grappige was dat zij op een camping stonden in Vierville-sur-Mer waar wij op dat moment bijna langs reden. We spraken af om naar hun toe te gaan zodat we samen een gezellige avond konden hebben. Zodoende kwamen wij rond de middag op Camping Omaha Beach. Vanaf de camping hadden we een prachtig uitzicht over het strand. Het is een strand met een hele indrukwekkende geschiedenis. De geallieerden hebben hier enorme verliezen geleden.
Zoals bekend heeft Normandië en vooral ook dit deel bekendheid door wat er gebeurd is in de Tweede Wereldoorlog. Hier zijn ontzettend veel musea en andere herdenkingsplekken, begraafplaatsen etc. die ons er steeds weer bij bepalen wat er toen is gebeurd. Heel indrukwekkend en het mag nooit vergeten worden! ’s Avonds hebben we samen gegeten en nog even gezellig nagepraat. Buurvrouw en ik hebben nog een aantal argusvlinders gespot, die zijn in ons land praktisch uitgestorven. Ook zagen we een muurhagedis.
25 september:
We lieten de buren achter op de camping. Zij hadden 2x zo veel vakantiedagen als wij, dus ons reistempo lag behoorlijk hoger. Toch genoten wij enorm van onze reis langs de kust. Op deze dag kwamen wij tegen de middag aan in Barfleur, Gatteville-le-Phare.
Hier staat een vuurtoren van 72 meter hoog, op twee na de hoogste traditionele vuurtoren ter wereld. Overdag zijn er op deze plek veel toeristen, het is een komen en gaan. Maar ’s avonds zo na 19.00 uur wordt het rustiger. Wij bleven er staan, samen met nog een stuk of zeven andere camperaars, om te overnachten. Het was een geweldige plek met uitzicht over zee.
En dan wordt je ’s ochtends wakker met zo’n uitzicht, echt geweldig!
26 september:
Nog zo’n punt dat we graag wilden bezoeken was Cap de la Hague. De kliffen zijn prachtig en het is een heel aparte plek om te zijn. Puur genieten van zee en wind. 800 Meter voor de Cap de la Hague staat een vuurtoren (vuurtoren van Goury) op een klein eilandje. De vuurtoren werd gebouwd tussen 1834 en 1837 om het scheepvaartverkeer op de gevaarlijke Raz Blanchard, bekend om haar sterke zeestromen, te beschermen. In 2009 werd de toren een monument.
Vlak voor de kust vlogen hier Jan-van-genten, de grootste vogels van de Noordzee, met een vleugel-spanwijdte van zo’n 2 meter. Prachtige vogels om te zien! Dit was echt een plek om te koesteren in je herinnering, zo mooi.
We reden hierna via de snelweg een stuk naar beneden omdat we ook graag de Mont Saint-Michel wilden bezoeken. In de middag kwamen we aan bij een ander restaurant dat lid was van France Passion.
Hier stonden op een grasveld eerst nog een stuk of vijf campers, maar de volgende dag stonden we er helemaal alleen! Het mooie was dat hier ook stroom en water beschikbaar was. Af en toe even aan stroom om alle apparaten weer goed op te kunnen laden is wel fijn. Onderweg zagen we de Mont Saint-Michel al liggen. ’s Avonds vanaf de camperplek nog even een foto gemaakt.
27 september:
Rond de middag zijn we op de fiets gestapt naar de Mont Saint-Michel. Eén van de grootste toeristische trekpleisters van heel Frankrijk. Veel informatie over dit bouwsel op een rotsig eilandje kun je hier lezen: De Mont Saint-Michel, Unesco Wereld erfgoed. We hadden het zo gepland dat we hier op maandag zouden komen omdat de verwachting was dat het dan misschien niet zo druk zou zijn als in het weekend. De hele ochtend heeft het een beetje geregend en misschien speelde dat ook een rol mee, maar wij vonden het er niet zo druk. Gelukkig! Later in de middag werd het echt drukker, de pendelbussen zaten vol, zowel heen als terug.
Wij waren op de fiets en dachten deze te stallen voor de brug. Maar toen zagen we andere fietsers komen en gaan over de brug en tja, wat doe je dan. Dan ga je ook toch fietsen? De brug is zo’n 800 meter lang en goed te fietsen. Later bleek dat je vanaf 1 oktober sowieso naar de Mont Saint-Michel mag fietsen, dus deze paar dagen eerder werd er niet meer op gelet blijkbaar. We zijn niet helemaal tot in de Abdij omhoog gegaan, hoogtevrees speelt ons parten. Het was mooi om hier eens te zijn. Net toen we terug wilden fietsen naar de camper kregen we een foto van de Mont Saint-Michel toegestuurd van de buurvrouw. Wat bleek: zij waren inmiddels ook in deze omgeving aangekomen en stonden bij een landwinkel geparkeerd. Daar kwamen wij op de fiets langs, dus wederom hebben we samen wat gedronken en gezellig gekletst. Net als thuis over de heg 😉 Onze wegen scheidden hierna weer.
28 september:
Vandaag zijn we het binnenland ingetrokken om zo langzamerhand weer richting huis te gaan. Vlak bij Epuisay vonden we een overnachtingsplek via France Passion bij een jong stel dat een edelhertenfokkerij heeft. Ook hadden ze een winkeltje met allerlei producten van hun hertenvlees. Zowel een stoofpot als bolognese hebben we bij hun gekocht, we moeten toch ook eten onderweg.
Als de herten worden gevoerd komen ze dicht bij de hekken en kun je ze goed zien, sommige lieten zich zelfs aaien. Maar de grootste bok, Oreo genaamd, dwong wel respect af met zijn enorme gewei. Hij liet duidelijk merken dat hij de baas was over de kudde. Het burlen ging hem ook goed af. Echt zo’n oergeluid waarvan je denkt: wat is dát… als je het nog nooit eerder gehoord hebt.
Er kwam nog een camper bij met een Frans stel. Verder was het hier ook heerlijk rustig.
29 september:
Deze dag zijn we weer een stuk doorgereden, deels over de tolweg. Dat rijdt toch ook wel fijn als je op wilt schieten qua kilometers. We hebben in Foucheres overnacht bij een bijenhoudster, lid van France Passion.
Bij haar kochten we verschillende soorten honing. Het was een aardig vrouw met een triest verhaal. Drie jaar geleden is een deel van haar boerderij afgebrand doordat de buren onkruid aan het verbranden waren. Dat is overgeslagen naar hun bedrijf. Hierdoor is haar man helemaal geflipt en er vandoor gegaan. Nu staat ze er helemaal alleen voor, de schade is nog steeds niet hersteld en ze moet in haar eentje de bijenvolken onderhouden. Ze was tot ’s avonds laat bezig. Er was een grote strook wilde bloemen nog in bloei en op het gras achter die bloemen konden wij overnachten. Opnieuw een rustig plek.
30 september:
De afgelopen nacht was behoorlijk fris. Het was voor het eerst dat we ’s nachts ook dachten: brrr het wordt ander weer… Rond half tien zijn we weer vertrokken. We kwamen door prachtige landschappen en de nevel hing nog in de dalen, een erg mooi gezicht. Maar als je op de grote weg rijdt kun je niet zo maar even stoppen. Met de telefoon gauw een foto gemaakt wat nog wel gelukt is gelukkig.
De zon verwarmde alles toch weer snel waardoor de nevel ook weer wegtrok. Het eerste deel van deze route gaan we richting Metz. En dan bedenken we onderweg wat het precies gaat worden voor de nacht, afhankelijk van hoever we komen. Uiteindelijk werd het een kleine camping in Châtillon-sous-les-Côtes.
Er stonden nog een paar caravans maar verder geen mensen te zien. In het midden van het terrein lag een grote karpervijver. Het was hier ook lekker rustig. We konden hier weer aan de laadpaal voor de apparatuur, dat was wel echt nodig na twee nachten ‘vrij’ staan.
1 oktober:
Na opnieuw een frisse nacht hebben we vanmorgen eerst maar eens de verwarming aangezet in de camper. Dat was wel even fijn. Na het gebruikelijke koffie en ontbijt half uurtje hebben we het spul weer klaargemaakt om verder te reizen. Het is echt zo fijn reizen met de camper, je hebt alles aan boord. Als je gaat rijden even checken of de luiken/ramen dicht zijn, poten opgedraaid, alle losse dingen in de kastjes en rijden maar weer. De bedoeling is om vandaag Luxemburg te bereiken, dat moet wel lukken want we zaten op zo’n anderhalf uur van de grens.
Onderweg bleek dat het niet allemaal zo vlot ging vandaag, veel door dorpjes, wegopbrekingen en eenmaal in Luxemburg: wat een drukte!! Eerst al die auto’s die naar de benzinepompen gaan, in lange rijen staan ze er voor. Dat is al jaren zo en zal ook wel zo blijven met die prijsverschillen. Voorlopig hoeven wij niet te tanken dus rijden we eerst maar door. We willen als het even kan een paar kastelen bekijken in Luxemburg. Maar bij de eerste op ons lijstje konden we nergens met de camper parkeren. Dus zijn we gelijk een stuk doorgereden naar Bourscheid. Daar is een kasteel dat op een behoorlijke hoogte ligt.
Teijo is dat gaan bekijken en heeft er een flink stuk bij gewandeld. Hierna zochten we een camperplek maar die blijken hier nogal dun gezaaid. Bepaalde campings vragen rond de 30 Euro per nacht, dat gaan we natuurlijk niet doen. Uiteindelijk vonden we een eindje verderop een camping in Heiderscheidergrund, vlak bij het bekende Esch-sur-Sûre. Deze camping heeft een drietal camperplaatsen voor doortrekkers. Hier konden we staan, mooi vooraan zodat we morgen weer vlot weg kunnen.
’s Avonds hebben we gegeten in een nabijgelegen restaurant/pizzeria. Weer terug in de camper begon het te regenen en na wat we hebben gelezen over het weer in eigen land, zal dit wel de herfst betekenen. Dat is wel even wennen na twee weken mooi weer! Het heeft de hele nacht wat doorgeregend en ook de volgende dag was het nog nattig. We hebben nog getankt en ook nog een ander kasteel bezocht: Chateau de Clervaux.
Vanaf hier zijn we door België weer in eigen land gekomen via Maastricht. In Sittard hebben we de laatste overnachting gehad. Deze plek viel ons wat tegen. Het was gratis, dat wel, maar we kwamen hier omdat we in het centrum moesten zijn. Verder was er in de omgeving geen camperplek te vinden. Deze plek wordt door de gemeente Sittard-Geleen aangeboden. Het is op een ruime parkeerplek bij een overdekt zwembad. ’s Avonds en ’s nachts was het best onrustig door auto’s en scooters die wat heen en weer reden. Maar het meest storend was wel weer het gedrag van andere camperaars. De plek biedt geen mogelijkheid voor het legen van een chemisch toilet. Maar wat doen ze dan zodra het donker is? Ze legen hun bak in het gat voor afvalwater. Dat gaat stinken dus. Zó onfatsoenlijk dit soort acties. Het aangeboden schoon water via een kraan is ook niet echt schoon te noemen. Er lopen veel mensen rond die hun hond uitlaten in het naastgelegen natuurgebiedje. Na afloop laten ze hun hond water uit de kraan lebberen. Dus hier hebben wij wel van geleerd, liever op een plek waar je voor alle voorzieningen moet betalen dan dit.
Maar goed, wij vertrokken na ons ontbijtje richting huis. Al met al hadden we een prachtige vakantie met onze camper. De dagen vlogen om. Nu weer plannen maken voor de volgende trip!